صور الصفحة
PDF
النشر الإلكتروني

DE

TWIST ZA AK

VAN DEN HOOGLEERAAR

JOHANNES

MACCOVIUS,

door de Dordrechtsche Synode, ten
jare 1619 beslecht.

[blocks in formation]
[graphic]

DE

TWIST ZA AK
TZA AK

VAN DEN HOOGLEERAAR

JOHANNES MAC COVIUS

door de Dordrechtsche Synode, ten
jare 1619 beslecht,

}

Onder het goede, dat door de Nationale Synode' te Dordrecht, in de jaren 1618 en 1619 is gesticht, mag men wel tellen de beslechting van eene ergerlijke twistzaak, in welke de geleerde Poolsche Edelman JOHANNES MACCOVIUS, (in de landtaal MAKOWSKY genaamd,) Doctor en Professor der Godgeleerdheid te Franeker, gewikkeld was, en welke reeds vele vruchtelooze zorgen, aan de Gedeputeerde Staten van Vriesland, aan de Verzorgers der Vriesche Hoogeschool en aan Kerkelijke Vergaderingen in die Provincie, had veroorzaakt.

S. 1.

[ocr errors]

Stilzwijgen van de gedrukte Handelingen, van

BAUDARTIUS en DE VRIJ.

In de gedrukte Handelingen der Dordrechtsche Syuode, is het verslag van deze twistzaak zorgvul

[blocks in formation]

dig vermeden: men vindt er zelfs den naam des Hoogleeraars niet in genoemd. Er wordt slechts, op vier plaatsen, met een enkel woord gewaagd, van eene bijzondere zaak, uit Vriesland aan de Synode verzonden, door haar, in twee afzonderlijke Zittingen, behandeld, en eindelijk tot eene minnelijke schikking gebragt. In het verslag van de honderd negen en dertigste Zitting, gehouden den 25 April, vóór den middag, heet het: Acta est particularis causa, quae ex Frisia ad Synodum transmissa erat. In dat van de honderd één en veertigste, gehouden den 26 April, vóór den middag: Acta fuit eadem causa particularis Frisica. Van de naastvolgende Zitting, op denzelfden dag, na den middag gehouden, wordt insgelijks alleen gemeld: Hac Sessione causa eadem Frisica continuata est. Eindelijk staat na het verhaal van andere zaken, voorgevallen in de honderd twee en vijftigste Zitting, op den 4 Mei, na den middag, alleen dit geboekt: Plenius quoque hac Sessione examinata, et amiçe transacta fuit causa Frisica.

er,

GULIELMUS BAUDARTIUS, Predikant te Zutphen, zwijgt geheel van deze twistzaak, in zijne Memoryen ofte Cort Verhaal der gedenck-weerdichste so kercklicke als werltlicke Gheschiedenissen, voor de eerstemaal in het jaar 1620 uitgegeven, en vermeerderd bij de tweede uitgaaf ten jare 1624. Een stilzwijgen, te meer opmerkelijk, omdat hij vele bijzonderheden, in de Dor

drecht

drechtsche Synode voorgevallen, behandelt op het jaar 1618 en 1619, en zelfs, in zijn verhaal van het laatstgemelde jaar, een Register van het verhandelde in Synodo Nationali opgeeft. (1).

[ocr errors]

FREDERICK DE VRIJ, Burgemeester van Amsterdam, maakt er ook geen gewag van, in zijne Historie ofte kort ende waerachtich Verhaal van den Oorspronck ende Voort-ganck der kerckelijcke Beroerten in Hollandt. Amst. 1621,

§. 2.

Berigten

1. Van EPISCOPIUS.

3

Wat men dan, tot nu toe, van deze zaak gewoonlijk geschreven heeft, berust op berigten, deels van ons onbekende Personen, die de openbare Zittingen der Synode hebben bijgewoond, deels van een aanzienlijk Lid der Synode, wiens aanteekeningen, na zijnen dood, in het licht zijn

gegeven.

Het eerste berigt is geschreven, door den bekwaamsten Voorstander der gedaagde Remonstranten, den Hoogleeraar SIMON EPISCOPIUS. Het komt voor, in het zonder naam van Schrijver, of Drukker, ten jare 1619, uitgegevene Antidotum, ende Naerder Openinghe van het eyghe ne ghevoelen des Nationalen Synodi ghehouden

(1) Tweede Druk, bladz. 41 — 46.

bin

« السابقةمتابعة »