BIJDRAGEN TOT DE GESCHIEDENIS EN OUDHEIDKUNDE, INZONDERHEID VAN DE PROVINCIE GRONINGEN, ONDER REDACTIE VAN D'. G. ACKER STRATINGH M'. H. O. FEITH EN Mr. W. B. S. BOELES. NEGENDE DEEL. GRONINGEN J. B. WOLTERS. 1872. INHOUD VAN HET NEGENDE DEEL. Bladz. Woordverklaring van Terp, door Dr. G. Acker Stratingh 1. Kermis te Sebaldeburen, 30 Sept. 1617 (bladvull.), door Bericht omtrent de Watergeuzen onder den Admiraal Doeko 33. 56. 57. 64. 65. Twee groote kanonnen van Groningen, de twee Jonkvrouwen . Twee akten in de Friesche taal, door Jhr. Mr. M. de Haan De eerste mensch, door Denzelfde (bladvulling). 69. 79. 81. 161. 175. 222. 230. IV INHOUD Bladz. Prijzen van levensbehoeften voor ongeveer drie eeuwen te 231. Kritiek over den geschiedschrijver Pontus Heuterus, door 240. 241. 262. De dichtvreugde over het ontzet van Groningen en de herovering van Coevorden in 1672, door Mr. W. B. S. Boeles 283. Memoriaal van hetgeen werd vereischt voor de verdediging 317. . 319. WOORDVERKLARING VAN TERP. Wat ik hier den lezers van dit Tijdschrift aanbied is reeds voorlang door mij bewerkt geworden, en wel om te dienen voor de Verhandeling over de Terpen, die gezamenlijk even als het onderzoek daaromtrent was ondernomen door dr. R. Westerhoff en mij zou zijn zamengesteld en uitgegeven worden. Daarvan is echter niet gekomen. Ik heb wel in mijn werk: Aloude Staat en Gesch. des Vaderl. D. II, St. I, bl. 190 en vv. dit onderwerp behandeld, ook de namen der Terpen besproken, doch slechts kort, en dr. Westerhoff, die gezegd onderzoek verder alleen heeft voortgezet, koesterde het plan om eene vollediger beschrijving der Terpen te geven, dan ik heb kunnen doen, maar hij heeft tot nog toe daaraan geen gevolg gegeven en hij schijnt nu liever eenige gedeelten daarvan te willen uitwerken en het licht te doen zien, zooals de redactie het genoegen had reeds eene bijdrage daarover in dit Tijdschrift (VIII, 318) op te nemen en op meerdere te mogen hopen. Ik heb daarom ook vermeend wat ik in 't bijzonder over de woordverklaring of etymologie van de namen der Terpen had opgesteld niet langer te moeten laten liggen, maar besloten dat nog eens te herzien en stuksgewijze hier mede te deelen. De heer Westerhoff heeft daartoe ook wel bouwstoffen geleverd, maar overigens kan ik dit mijn werk noemen. Het moge in de eerste plaats dienen ter verklaring van de namen dier hoogten, maar ook van meer andere namen van plaatsen in en buiten ons vaderland, die hiermede in verband staan of ter sprake komen. Veel is er reeds over deze en gene namen geschreven, doch niet met dien gewenschten uitslag, dat eene hernieuwde grondige poging hiertoe niet overbodig maar alBijdragen 1X. 1 |