Het tweede boek der psalmen,: begrypende XXXI. snaar-liederen als mengel-digten van David, Asaph en andere. Aanvangende met de XLII. en eyndigende met de LXXII.voor Dirk Goris, 1696 - 464 من الصفحات |
عبارات ومصطلحات مألوفة
aangefigte alfoo ban fijn ban Gods beel belofte bepde Berg Berk bertaalt bertooning betekent bind boben bolk boo2 booz bpanden bpfonder bzugt Chrifti Dabid David defen Pfalm deffelfs Derg deſe Deut dien Digter doo2 dooz Edom eere eerfte epgen epnde epsch faak felbe felf fien fiet finnebeeld fön fonder foodanig foude fterkte fulk fullen fult fün fÿjn gantfche gefegt gelijk geloobe genaamt genade geregtigheyd Gods Soon goed gzond hebt hepd Hepdenen hepl Hepligen herte heyl Honing hups Hy fal Ifraël Jehovah Jerufalem Joden Kerk Koning konnen kragt Lied magt maken Meffias menschen mogt ober Oeffening onfe ontfangen ontrent oozdeel pemand quaad quade regt regtbeerdigen Saul Selah selben Siet Pfal ſig soude Stet ſÿjn uptkomste verloffing verwagting volk vooz vyanden waarhepd weereld wierd woozd ziele zÿn