Geschiedenis van het kultuurstelsel, المجلد 2

الغلاف الأمامي
H. Nijgh, 1869 - 228 من الصفحات
 

طبعات أخرى - عرض جميع المقتطفات

عبارات ومصطلحات مألوفة

مقاطع مشهورة

الصفحة 95 - Voor het overige gaan de gronden op de leden der familie van den eigenaar over, zij verkoopen of verhuren die onderling volgens de adat, en deze gebruiken bestaan nog ger Regentschappen zijn de tjatja's dooreen gerekend 22 zielen of ruim 4 huisgezinnen sterk.
الصفحة 95 - Javaan geen denkbeeld bezit van het regt van eigendom op den grond; volgens zijn begrip strekt zich het regt van den Souverein op een bebouwd stuk land niet verder uit, dan tot het heffen van het aandeel, dat hem volgens de adat (gebruik) toekomt, of tot het bezwaren van den bezitter met eene openbare dienst, aan de verschuldigde schatting geëvenredigd.
الصفحة 58 - Wij hebben in uitdrukkelijken last van den Koning, om de inlandsche bevolking tegen alle willekeur te beschermen ; haar lot te verbeteren ; haar het genot van eigendom en van de vruchten van haren handenarbeid te verzekeren, en alzoo haar, zoowel als andere zijner onderdanen, in de gelukkige gevolgen zijner vaderlijke regeering te doen deelen.
الصفحة 212 - Stbl. no. 71 , houdende aanvulling van art. 62 van het Reglement op het beleid der Regering van Nederlandsen Indie, en van 21 Juli 1870.
الصفحة 18 - Java's toekomst onder dit stelsel is gemakkelijk aan te wijzen : zijne bevolking zal blijven toenemen, maar traag. De ontginning van zijne onbebouwde gronden zal blijven toenemen, maar nog trager. En wanneer, na lang tijdsverloop, alle gronden op Java zullen ontgonnen zijn, zal het over zijne geheele oppervlakte eene bevolking bezitten volmaakt dezelfde, als die thans een gedeelte dier oppervlakte bewoont en bebouwt; eene bevolking, namelijk, die, overal opeengedrongen, zal bestaan uit ettelijke...
الصفحة 119 - CLIFFORD , belast ad interim met de directie van het departement voor de nationale nijverheid en de koloniën aan den goevernenr-generaal van Nederlandsch-Indië, van 18 febrnarij 1833, bij v. D., II, bl. 527 — 531. De gematigheid was dus aan den kant van WILLEM I ; doch VAI» DEM BOSCH opende steeds grooter en grooter geldelijke uitzigten.
الصفحة 176 - Nederland medewerken kan, bij uituemendheid geschikt is , alle die voordeelen te weeg te brengen; Dat deze Maatschappij zich tot den handel en de vrachtvaart, hetzij voor eigen rekening, of in kommissie voor anderen, behoort te bepalen, zonder ooit in zaken van bestuur...
الصفحة 108 - Indië , gemagtigd , om , bij voorkomende gelegenheden , woeste gronden in eigendom, huur of erfpacht af te staan , aan Javanen en andere Oosterlingen , voorts aan Nederlanders , door geboorte , wetduiding of naturalisatie , en eindelijk aan zoodanige vreemde Europeanen , als thans reeds ingezetenen van...
الصفحة 188 - Wet tot beteugeling van hoon en laster en andere vergrijpen tegen het openbaar gezag en de algemeene rust.
الصفحة 127 - Nederlandsen Indie. Uitgegeven door het Koninklijk Instituut voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsen Indië.

معلومات المراجع