Dietsche warande en belfort, المجلد 2;المجلد 3،العدد 3

الغلاف الأمامي
Standaard Uitgeverij., 1902

من داخل الكتاب

طبعات أخرى - عرض جميع المقتطفات

عبارات ومصطلحات مألوفة

مقاطع مشهورة

الصفحة 172 - Recordare, Jesu pie, Quod sum causa tuae viae, Ne me perdas illa die. Quaerens me, sedisti lassus ; Redemisti, crucem passus : Tantus labor non sit cassus.
الصفحة 173 - Et ab hoedis me sequestra. Statuens in parte dextra. Confutatis maledictis, Flammis acribus addictis, Voca me cum benedictis. Oro supplex et acclinis, Cor contritum quasi cinis : Gere curam mei finis.
الصفحة 323 - Mijn leven is uw licht: mijn doen, mijn derven, mijn' hope, mijn geluk, mijn eenigste en mijn al, wat kan ik, zonder u, als eeuwig, eeuwig sterven; wat heb ik, zonder u, dat ik beminnen zal? 'k Ben ver van u, ofschoon gij, zoete bronne van al dat leven is of immer leven doet, mij naast van al genaakt en zendt, o lieve zonne, tot in mijn diepste diep uw aldoorgaanden gloed. Haalt op, haalt af!... ontbindt mijne aardsche boeien ; ontwortelt mij, ontdelft mij!...
الصفحة 324 - ... t altijd zomer is en zonnelicht mij spoeien en daar gij, eeuwige, ééne, alschoone blomme, staat. Laat alles zijn voorbij, gedaan, verleden, dat afscheid tusschen ons en diepe kloven spant ; laat morgen, avond, al dat heenmoet, henentreden, laat uw oneindig licht mij zien, in 't Vaderland! Dan zal ik vóór... o neen, niet vóór uwe oogen, maar naast u, nevens u, maar in u bloeien zaan ; zoo gij mij, schepselken, in 't leven wilt gedoogen, zoo in uw eeuwig licht me gij laat binnengaan.
الصفحة 574 - t oord, waar de luister Der lonkende zon mij verlaat. — Ik ben geboren uit zonne-gloren En een vochtigen zucht van de zee, Die omhoog is gestegen, op wieken van regen, Gezwollen van 't wereldsche wee. — Mij is gemeenzaam, wie even eenzaam Het leven verlangende slijt, En die in tranen zijn vreugde zag tanen Doch liefelijk lacht, als hij lijdt...
الصفحة 571 - Schoonheid, o gij, wier naam geheiligd zij, Uw wil geschiede; kóme uw heerschappij; Naast u aanbidde de aard geen andren god! Wie eenmaal u aanschouwt, leefde genoeg: Zoo hem de dood in dezen stond versloeg . . . Wat nood? Hij heeft genoten 't hoogst genot!
الصفحة 563 - Het breed gewelf, door rossen gloed beschenen, Is ruig van stugge pegels, grauw en goor, Die weenen, weenen, duizend eeuwen door, En tot het eind van duizend eeuwen weenen; En 't kromt zich over warrelrotsen henen, Waar elke traan, die viel, een traan verkoor, Om tot albast te worden en ten schoor Aan nieuwe smart, die kegels wordt en steenen: En daar, waar zonnestraal nooit in kon dringen, Waar nooit het oog der toorts een bodem zag, Schijnt kermend zich een reus in boei te wringen: Wat of dat klotsen...
الصفحة 264 - Si, depuis plusieurs années, les méthodes pédagogiques en vigueur dans les établissements de l'Etat réduisent progressivement l'étude de la langue latine, et suppriment des exercices de prose et de poésie que nos devanciers estimaient à bon droit devoir tenir une grande place dans les classes des collèges, les petits Séminaires se mettront en garde contre ces innovations inspirées par des préoccupations utilitaires, et qui tournent au détriment de la solide formation de l'esprit. A ces...
الصفحة 572 - ... geworden, als hij uitroept: „Heelal, waarvoor ik biddend lig gebogen!" Doch van daar begint ook de wending en wel — merkwaardige trek — niet omdat de vrouw zoo klein, maar wijl 's dichters ziel zoo groot is, en de vrijheid van eigen zijn aan geen sterfelijken wil (xiv) ten eigen kan geven. „Ik leef in u, en denk en doe als gij, Ik ga mij zelf...
الصفحة 323 - ... geweldig zonnelicht, dat, eeuwig onontaard, mij, nietig schepselken, in 't leven wilt gedoogen en, na dit leven, mij het eeuwig leven spaart. Ik ben een blomme en doe des morgens open, des avonds toe mijn blad, om beurtelings, nadien, wanneer gij, zonne, zult, heropgestaan, mij nopen, te ontwaken nog eens of mijn hoofd den slaap te biên. Mijn leven is uw licht: mijn doen, mijn derven, mijn...

معلومات المراجع