صور الصفحة
PDF
النشر الإلكتروني

De Friend of China echter verklaart ten opzichte van het laatste, dat zij niet weet waardoor die verbazende bewering gerechtvaardigd zou worden. Dat er uit Hongkong een zekere hoeveelheid van het heulsap wordt binnengesmokkeld is in Britsche consulaire verslagen menig. maal erkend. Maar de geheele waarde van de opium, welke uit Indië wordt uitgevoerd, zou volgens Indische opgaven in Chineesche prijzen geen 50 millioen dollars bedragen. Een gedeelte daarvan gaat naar de Straits Settlements, Hongkong, Californië en Australië. Tenzij een onmetelijke hoeveelheid opium zonder voorkennis van het Indische Gouvernement uit Indië ontsnappe, kan de hoeveelheid die in China wordt binnengesmokkeld slechts een fractie zijn van het bedrag, door den Amerikaanschen Consul ondersteld. Maar afgescheiden van dit betwisbaar punt, verdient het rapport wel overwogen te worden. »Thee voor opium is een ruil die zelfmoord aanbrengt. (Suicidal exchange). Een zegen wordt gegeven, een vloek wordt ontvangen."

[ocr errors]

>

Elders, in hetzelfde nummer, heeft de Friend of China het ontzettende bericht opgenomen, dat te Soochow een stad met 1 millioen zielen tegenwoordig minstens zeven tienden van de volwassen mannelijke bevolking verslaafd aan opium zijn,, hoewel er veertig jaar geleden in de geheele stad niet meer dan vier of vijf opiumschuivers werden gevonden!

IETS OVER JAPAN IN 1877.

De invoer bedroeg 25,900,541 dollars of 1,813,026 meer dan in 1876. De uitvoer beliep 22,866.708 of 4,802,758 dollars minder dan in 1876. Het getal aangekomen schepen had een inhoud van 623,977 ton, tegen 680,557 in 't voorafgegane jaar.

4599 vreemdelingen waren er in Japan gevestigd; onder hen trof men 1156 Engelschen aan, 367 Amerikanen, 272 Duitschers, 230 Franschen, 116 Hollanders, 85 Portugeezen, 77 Russen, 37 Italianen, 35 Denen, 34 Oostenrijkers en 29 Zwitsers.

232 Europeesche en Amerikaansche firma's waren er gevestigd.

JAPANSCHE WAS.

Proeven, in Californië genomen, hebben aan den dag gebracht, dat ook dáár de Rhus Succedanea, waarvan de vrucht de zoogenoemde Japansche was levert, met goed gevolg aangekweekt kan worden. De boom groeit. er snel, en bereikt een diameter van anderhalven, en een hoogte van vijfentwintig voet. Wanneer hij zijn vollen wasdom bereikt heeft, produceert hij jaarlijks gemiddeld vijftig Eng. ponden vrucht, of ongeveer 25 Eng. pd. was. Ook om zijn sierlijkheid is hij zeer gewild.

WIJN VAN ALGERIË.

De Wine Trade Review wanhoopt niet aan de toekomst van den wijnbouw in Algerië, maar dat verklarende voegt zij er eenige waarschuwingen bij. Aan de keus van de planten moet volgens haar de grootste zorg worden besteed; men bedriegt zich, zoo gaat zij voort, wanneer men meent dat de wijngaarden van Bordeaux en Bourgogne in Algerië een even uitstekend product als in Frankrijk zouden geven; in Algerie moet men een bijzonderen wijn produceeren, en deze kan zijn eigen reputatie verdienen en ook zijn plaats op de Europeesche markten vinden. De varieteiten, die de beste uitkomsten schijnen op te leveren zijn: de Balzac of Monveldi, de Morastel, de Alicante en de Oeillade. Van deze kan men een voortreffelijk mengsel verkrijgen; per hectare zijn gemiddeld 70 hectoliters of 35 bordelaises te verwachten.

EEN SPOORWEGBRUG IN AUSTRALIË.

De uitgaven voor een in aanbouw zijnde brug over de Murray, de grootste rivier van Australië, beliepen den laatsten Juli van dit jaar reeds 116,546 pond sterling. Men verwacht, zegt de Engineering, dat die brug tegen Februari aanstaande af zal zijn, en dan in het geheel 126 duizend pond sterling of ongeveer anderhalf millioen gulden gekost zal hebben.

PETROLEUMPRODUCTIE IN AMERIKA.

De Revue Industrielle van 25 December zegt: In 1861, twee jaar nadat Kolonel Drake petroleumbronnen ontdekt had, voerde men 27,000 vaten, waarvan de waarde op een millioen dollars geschat werd, uit. In 1877 bedroeg de uitvoer 14 millioen 500,000 vaten voor 62 millioen dollars. Als exportartikel staat de petroleum voor de Vereenigde Staten thans op drie na bovenaan. Katoen is No. 1, daarvan wordt een waarde van 1 milliard francs uitgevoerd; op katoen volgt koren en meel, voor 800 millioen; op koren en meel varkensvleesch, voor 400 millioen; daarna heeft men de petroleum voor 300 millioen francs. Van 1861 tot 1878, dus in zestien jaar tij ls, heeft de gezamenlijke uitvoer van petroleum meer dan 2 milliarden 200 millioen francs bedragen.

ONGETROUWDE INGEZETENEN VAN GUADELOUPE.

Onder de 2000 inwoners zijn in Frankrijk 547 mannelijke en 507 vrouwelijke ongehuwde personen, met inbegrip van kinderen. Op Guadeloupe daarentegen 789 en 777.

Onder de 2000 inwoners zijn in Frankrijk 403 getrouwde mannen en 398 getrouwde vrouwen; 50 weduwnaars en 95 weduwen. In Guadeloupe 184.5 getrouwde mannen, 174 getrouwde vrouwen; 26.5 weduwnaars en 49 weduwen.

Niet bevreemdend kan het heeten, dat de hoeveelheid der weduwen betrekkelijk veel aanzienlijker is dan die der weduwnaars. Uit het feit, dat op de 1000 menschen van elke kunne het getal der getrouwde mannen dat der getrouwde vrouwen overtreft, volgt, dat het sterftecijfer bij de eersten hooger moet zijn dan bij de laatsten; met andere woorden: dat men in die twee groepen, tegenover elkander gesteld, meer weduwen dan weduwnaars zal aantreffen. De verhouding tusschen de gehuwde overledene personen van beide seksen verschilt van de verhouding tusschen de levende getrouwde personen. Van den eenen kant heeft men

levende getr. mannen: lev. geh. vr. = 184: 173 of 100: 94; en van den anderen kant:

=

overleden geh. mannen (dus weduwen): overleden geh. vrouwen (weduwnaars) = 49: 26 of 100: 53. Ik zie, zegt Dr. Rey, Médécin Principal de la Marine Française, aan een van wiens laatste studiën wij de cijfers ontleenen, ik zie datzelfde grootere getal der weduwen ook in Frankrijk, België en Engeland. De getrouwde man sterft in den regel eerder dan de getrouwde vrouw. Wij staan hier voor een constant verschijnsel, dat onafscheidelijk is van onzen maatschappelijken toestand, die van den man meer arbeid, meer vermoeienis en afmatting vergt.

Maar minder algemeen en zeer gelukkig! is het getal der getrouwden zoo gering als op Guadeloupe, waar het nog niet 20% der bevolking bedraagt. Dat tracht de Heer Rey niet te verklaren. Zou het een bewijs zijn voor den bloei der Fransche kolonie? Wij betwijfelen het zeer.

Feuilleton.

RECHTS OF LINKS!

DOOR

MELATI VAN JAVA.

I.

>Hoor eens, mijnheer, wat u doen wilt, staat u natuurlijk geheel vrij, maar als ik u een raad geven mag, dan is 't wel die, om u toch in den donker niet zoo ver alleen te wagen."

>Maar 't is niet donker, de maan schijnt."

>Over twee uren zal zij ondergegaan zijn, en dan . . . .'

Nu, dan ben ik al lang aan mijn doel."

>Als ge niet verdwaalt!"

>Maar ik ben niet van zins te verdwalen. De weg is immers recht en vlak."

>0 ja, wat dat betreft."

»Nu, ik dank u vriendelijk voor alle mogelijke geleide, en zal wel zelf het huis mijner zuster vinden."

De spraakzame logementhouder haalde de schouders op, en zag mij aan met een uitdrukking in 't gelaat, die duidelijk beteekenen moest: >Heeft die wel alle vijf bijeen? Wat voor geheime reden kan die heer toch wel hebben om 's avonds ten zeven uur, zich te wagen in een Javaansch woud?"

Dat zijn gast niets anders ten doel had dan geheel alleen voor eenige uren te genieten, wat hij sedert jaren had hooren verheerlijken: de majestueuse stilte van een tropischen nacht, dit zou mijn braven. gastheer al te eenvoudig, en daarom ongeloofelijk zijn voorgekomen. Ik betaalde dus mijn rekening, die naar zijn oordeel misschien niet

genoeg voorwendsels aanbood om mijn beurs terdege aan te vallen, liet me nogmaals inlichten over den weg, die naar het land Tjikodja voerde, en maakte mij gereed voorgoed heen te gaan, toen de waard mij nogmaals achterna riep:

>>Maar, mijnheer, als u dien weg toch absoluut wandelend maken wil, blijf dan den nacht hier over, en morgen vóór het opgaan der zon, kunt ge u op reis begeven. Dan gaat het tegen den dag, terwijl nu een geheele nacht u te wachten staat."

»Dank je wel, mijn waarde heer, mijn verlangen om mijn zuster te zien is te groot, dan dat ik nog een nacht geduld zou kunnen hebben. Wel te rusten!"

>Plezierige wandeling! Mijn groete aan mevrouw Barneveldt, als 't u belieft!"

>Ik zal ze overbrengen."

En eindelijk kon ik me op weg begeven, een weinig geërgerd dat het den slimmen logementhouder, bij wien mijn reiswagen was blijven staan, gelukt was achter mijn naam en 't doel mijner reize te komen.

>Wat is er toch soms moeielijker," dacht ik, »dan het eenvoudigste te doen! Mijn beenen zijn stijf van het zitten in den reiswagen, mijn hoofd is duizelig van het schudden en hotsen. Wat is er natuurlijker dan dat ik er naar verlang, een klein uurtje te wandelen in den prachtigen, zoelen avond, en mij te verlustigen aan 'tgeen mij altijd zoo benijdenswaardig en heerlijk toegeschenen heeft, een tropischen nacht? En toch, het had weinig gescheeld of alle bewoners van Kotta-boya, waren er bij te pas gekomen om mij af te houden van zulk een dol plan."

Ondertusschen wierp ik mijn blikken in het rond, en moest mij zelf bekennen dat alles wat ik moois en verblindends gehoord had van zulk een nacht, ver beneden de werkelijkheid bleef.

De weg, dien men mij aangewezen had, liep een weinig afdalend, eerst langs de Chineesche kamp, toen voorbij enkele Europeesche huizen, eindelijk tusschen twee dichte bosschen. De nieuwe maan zweefde reeds vrij laag aan den horizont, maar hare stralen, helder en glanzend als behoorden zij aan eene gesluierde zon, tooverden fantastische beelden tusschen het geboomte of op den effen weg.

Het was doodstil, rondom; slechts het nachtelijke gezang der kre kels, nu en dan de schrille roep van een roofvogel verbrak de plechtige stilte der natuur. Het speet mij half, gaarne had ik in de verte iets gehoord, dat mij aan het brullen van een roofdier moest herinneren.

Hoe verder ik ging, hoe duidelijker ik bij het heldere maanlicht de grillige vormen van rotsen en dik begroeide ravijnen onderscheidde,

« السابقةمتابعة »