صور الصفحة
PDF
النشر الإلكتروني

schaffing in naam is, zal de bevolking met de hervorming ingenomen zijn.

Maar hoezeer ik ook voor afschaffing van heerendiensten ben, blijft toch mijne opinie dat men die hervorming niet dan met de uiterste voorzichtigheid moet toepassen, want indien men niet alle omstandigheden hierbij in het oog houdt, zal men meer kwaad dan goed stichten, en ik herhaal: eene algemeene regeling is zeer zeker ten stelligste af te keuren. Zoo zal men, behalve het bedrag, ook het tijdstip van het betalen der belasting plaatselijk moeten regelen, en in verband brengen met de tijden dat de bevolking het meeste geld in handen krijgt, en dit verschilt naarmate van de industrie waarbij zij geld kan verdienen.

Hiermede eindig ik. In meer dan één opzicht loopen de meeningen van den Heer van Gorkom en die van mij uiteen, maar in de hoofdzaak zijn wij het, geloof ik, vrij wel eens, en ik beschouw het als een genoegen, in den Heer van Gorkom een geestverwant te zien.

De conversie van het communaal in erfelijk individueel grondbezit op Java.

DOOR

H. C. HUMME.

Het Februari-Nummer van de „Indische Gids" bevat een afdruk van de voordracht des heeren C. Bosscher, in het Indisch Genootschap gehouden, over het in hoofde dezes vermelde onderwerp.

Deze hoogst belangrijke kwestie, die in een nauw verband staat met den economischen toestand der Javaansche maatschappij, zoowel als met de ontwikkeling van de landbouwindustrie in 't algemeen op Java, heeft in den laatsten tijd bijzonder de aandacht getrokken van velen, die, hetzij uit rechtstreeksch belang, hetzij uit zucht tot bevordering van Java's welvaart in 't algemeen, den loop der dingen gadeslaan.

-

Werden ook al vroeger over de aanwezigheid van individueel sawah-bezit en de geschiedenis van het grondbezit op Java de schromelijkste onjuistheden, zelfs in den boezem van 's Lands Vertegenwoordiging, schier zonder tegenspraak, gedoceerd, omdat slechts zeer weinigen met den waren toestand bekend waren; sedert door de bekend gemaakte resultaten van het groote grondonderzoek, een helder licht over dien toestand, en zelfs, in vele streken, over de wording er van is ontstoken, beweegt men zich thans op een meer zuiver terrein, een terrein dat men immers kan overzien

Terwijl vroeger werd gestreden over de vraag: „,hoe zou die toestand eigenlijk zijn?" en terwijl de een heden afbrak wat gister door een ander was geconstateerd, kon men natuurlijk over de toekomst niet spreken, alvorens men 't over den waren toestand van 't heden ééns was geworden. Thans zijn we, dank zij de détails van de. groote, geheel onpartijdig ingestelde enquête, dat lastige struikel

[ocr errors]

blok gelukkig voorbij. Wie zich een duidelijk denkbeeld vormen wil van de wording en den f itelijken toestand van het grondbezit op Java, leze de Eind-resumés. De feiten zijn daar met namen en cijfers geconstateerd, en moeten dus door alle partijen voor juist worden erkend.

De reden, die den heer Bosscher heeft aangespoord, om, na zooveel wat reeds over de wenschelijkheid eener conversie van communaal in erfelijk-individueel grondbezit gezegd en geschreven is, datzelfde onderwerp nog eens bij 't Ind. Gen. ter sprake te brengen, was, Z Ed. zegt het bij zijn inleiding, ---- de vrees, dat de val van de geheele suikerindustrie op Java het gevolg zou kunnen zijn van den tegenwoordigen stand van zaken.

Bovendien wordt door Z.Ed. betoogd, dat, ook afgescheiden van die omstandigheid, het volksbelang zoodanige conversie dringend vordert; terwijl de redenaar eindigt met den wensch uit te spreken : dat van Regeeringswege pogingen mochten worden aangewend, ter bevordering daarvan, al ware 't slechts, door Haren wensch daartoe duidelijk kenbaar te maken.

[ocr errors]

Door toevallige omstandigheden heb ik de vergadering, waarbij bovenbedoelde punten werden besproken, niet kunnen bijwonen, en derhalve ook geen deel kunnen nemen aan de daarover gevoerde debatten; 'tgeen mij vooral speet, omdat twee jaren geleden, toen de heer B. nog in Indië was, hetzelfde onderwerp, terzelfder plaatse, door mij is behandeld.

De heer B. heeft blijkbaar van het toen door mij gesprokene geen kennis gedragen; anders zou Z.Ed. voorzeker een paar gewichtige punten, waarop toen gewezen werd, niet met stilzwijgen hebben voorbijgegaan. Het is daarom vooral, dat ik gemeend heb, geen nutteloos werk te doen, door de aandacht der lezers van de Indische Gids" nogmaals op dit belangrijk onderwerp te vestigen. Ik zal echter zeer kort zijn, en de hoofdpunten alleen ter sprake brengen. Wij zijn 't ééns: dat de conversie zoowel in 't belang der Javaansche maatschappij als in dat der landbouwindustrie wenschelijk is; -- dat de Javaansche bevolking in 't algemeen, (in tegenstelling van hun Hoofden) blijkens het Eind-résumé, in vele residentiën getoond heeft, het individueel grondbezit te verkiezen oven het communaal, en dat zelfs in zeer vele dessa's de hoofden op willekeurige wijze de rechten van den landbouwer hebben verkracht, door individueel bezeten sawah-gronden communaal te maken, in 't belang van cultuur- en heerendiensten, en ook ter wille van de heffing der Landrente; dat de vrees van sommigen voor een algemeene verarming der Javanen, wegens den verkoop hunner akkergronden, zeer overdreven is,

en dat daarvoor vooral geen gevaar bestaat, zoolang de vervreemding aan niet-inlanders verboden blijft.

Maar het middel om het gewenschte doel te bereiken, daaromtrent verschil ik gedeeltelijk met den heer Bosscher.

De heer B. zegt, dat de Regeering door hare lijdelijke houding, na al het gebeurde, den ambtenaren, hoofden, en zelfs den geringen Javaan in den waan heeft gebracht, dat zij de conversie niet wil.

Die opmerking is niet van grond ontbloot. Eén voorbeeld slechts! Toen ik in 't jaar 1862 of 1863 Assistent-Resident van Toeban (Resid. Rembang) was, kwam de heer O. van Rees, namens de Regeering, een onderzoek instellen naar de houding van den gewezen Resident Becking tegenover de vrijwillige tabakscultuur in gemelde Residentie. Er moest worden geconstateerd, of de Res. Becking pressie had uitgeoefend op hoofden of bevolking, ten einde vrijwilligen aanplant van tabak voor de daar gevestigde Europeesche fabrikanten aan te moedigen.

Het resultaat van dat onderzoek doet hier niets ter zake; maar het gevolg er van was, dat het grootste gedeelte van hen die het vorige jaar tabak geplant hadden, nu 't niet meer durfden wagen, daar zij in de meening verkeerden, dat het planten van tabak, buiten de contracten om, der Regeering niet welgevallig was. En toch was dat geenszins de bedoeling. Daar ik de landstaal goed machtig was, behoefde ik de tusschenkomst van Regent en districtshoofden niet in te roepen, om de bevolking met de ware bedoeling van de Regeering bekend te maken. Ik deed dat zelf; en eerst daarna werd de toestand zuiver.

Ik erken derhalve de juistheid van de stelling, dat wellicht de bevolking en de hoofden, door de in den laatsten tijd plaats gehad hebbende gebeurtenissen en aanschrijvingen, in den waan zouden zijn gebracht, dat de Regeering de conversie niet wenscht, en dat zij, wier belang gediend wordt door het communaal bezit, van dat misverstand een gretig gebruik zouden maken, om dáár, waar neiging tot conversie mocht ontstaan, de lieden daarvan terug te houden.

Daarom is de heer B. niet tevreden met de verklaring van den toenmaligen Minister v. Koloniën: „,dat de regeling van dezen économischen toestand aan den natuurlijken loop moest worden overgelaten." „Want," zegt de heer B.,,,de natuurlijke loop zal dan zijn, dat er van de conversie niets komt," en wel om het evengenoemd bezwaar.

[ocr errors]

De heer B. is wel van gevoelen: „dat de conversie moet zijn het gevolg van het eigen bewustzijn van 't volk, van de goed gevestigde overtuiging, dat zij is in zijn belang, dat zijn toestand er door ver

beteren zal; doch in stede van den ambtenaren stipte onthouding aan te bevelen waar het een zoo uitnemend volksbelang geldt, drage men hun op, dat bewustzijn te wekken; die overtuiging, waar ze ontstaat, aan te wakkeren, en te zorgen, dat ze niet worde gesmoord door de zoodanigen, die er hun belang in zien, de sociale ontwikkeling van 't volk te belemmeren."

Bij een voorzichtige toepassing heb ik niets tegen zoodanige opdracht aan de ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur; maar ik vrees, dat zij de gewenschte resultaten niet zal opleveren, zoolang de toestanden blijven gelijk die thans zijn.

En waarom?

Zoowel door persoonlijke ondervinding als uit het Eind-resumé is 't gebleken, dat daar waar geen belemmeringen van localen · aard, of wel voortspruitende uit regelingen van hooger hand, in den weg stonden, gedurende de laatste jaren in vele streken, geheel buiten bemoeienis van hoofden om, conversie van communaal in individueel bezit heeft plaats gehad, door de landbouwende bevolking zelve van sommige dessa's. Ik meen, dat de heer B. zelf Resident van Madoera was, toen zulks o. a. in de afdeeling Pamakassan plaats had, kort na de intrekking van het suikercontract Tédja.

Ik wil de kwestie over den oorspronkelijken vorm van het landbezit op Java voor 't oogenblik in 't midden laten; maar ik constateer, dat in vele streken op Java, (het Eind-resumé noemt er alweder verscheidene bij namen), waar het individueel bezit vroeger bestond, dat recht door de hoofden op willekeurige wijze is opgeheven, en alle grond communaal verklaard, ten einde de verdeeling van den arbeid bij dienstprestatie te vergemakkelijken, en den druk er van over een grooter getal schouders om te slaan. Elders, en dit argument is van vroegere dagteekening dan de cultuurdiensten, was het om den omslag der belasting op de ongebouwde eigendommen (landrenten) te vereenvoudigen, en tevens om zooveel mogelijk alle bebouwbare velden beplant te krijgen en alzoo in die belasting te doen vallen.

In mijn voordracht zijn deze punten duidelijk uiteengezet, en verwijs ik dus belangstellenden daarheen.

Zoolang derhalve de factoren, waaraan het communaal stelsel zijn ontstaan te danken heeft, of die tot het behoud er van medewerken, bestaan, zaľ men tevergeefs wachten op vrijwillige conversie, anders dan bij exceptie; terwijl een gedwongen conversie schromelijke verwarring zou kunnen tengevolge hebben, — althans in die streken waar de cultuur- en heerendiensten zwaar drukken.

Ik zal mijn meening met een voorbeeld duidelijk maken.

« السابقةمتابعة »