صور الصفحة
PDF
النشر الإلكتروني

Wetenschap en Industrie.

EEN MIDDEL TEGEN MELAATSCHHEID.

Het onlangs verschenen officiëele verslag van de Gezondheidsmaatmaatregelen, gedurende 1876-7 in Britsch-Indië genomen, deelt het resultaat mede van een zekere olie, de Gurjon-oil, als middel tegen melaatschheid gebruikt. Dr. Dougall had dat middel krachtig aanbevolen. Verrassende uitkomsten waren er van voorgespiegeld, zoodat ook in Nederlandsch-Indië, en wel in het gouvernements-gezondheidsétablissement te Pelatoengan, als wij ons niet vergissen, proeven genomen werden. Het bovengenoemde verslag bevat de mededeeling, dat Dr. Dongall zelf erkennen moet, dat zijn hoopvol vooruitzicht niet verwezenlijkt is. Bij de talrijke proefnemingen in verschillende deelen van Britsch-Indië is geen enkele blijvende genezing van melaatschheid verkregen; wèl ziju in vele gevallen door deze wijze van behandeling verbetering der symptomen waargenomen.

DE QUALITEITS-ACHTERUITGANG VAN PETROLEUM.

In Frankrijk, te Hamburg en elders wordt zeer geklaagd over de qualiteit der petroleum van den laatsten tijd. Zoo slecht waren sommige ladingen, dat eenige handelaren van het buitenland er aan denken, in het artikel niets meer te doen.

De bedoelde petroleum kwam van een andere plaats dan de petroleum, welke vroeger uitgevoerd werd. De nieuwe olie is van een inferieure, in elk geval van een andere qualiteit. Maar daaruit volgt niet, dat zij onder zekere voorwaarden niet even goed braudt. Verschillende soorten van olie vorderen verschillende branders. Laat men voor de nieuwe olie een anderen brander nemen, en zij zal even goed licht geven als de vroegere.

Binnen een jaar is de petroleum-productie van Bradford County, Pennsylvania, ontzaglijk toegenomen, zoodat er tegenwoordig 26.000 vaten per dag worden geleverd. Deze olie is zwaarder en goedkooper, dan die uit de lagere streken. De beste petroleum komt uit de zuide

lijke districten. Hoe verder men naar het Noorden gaat, hoe slechter petroleum men krijgt. De olie waarover men klaagt is uit een noordelijker streek dan de vroeger gebruikte. Vandaar dat zij minder licht geeft. Maar door zorgvuldig raffineeren kan dat kwaad in groote mate verholpen worden. If den laatsten tijd echter is men juist dienaangaande nalatig geweest: de inferieure qualiteiten werden op dezelfde wijze behandeld als het product van de Zuidelijke bronnen. Thans is men, uit vrees voor groote nadeelen, weer wakker geworden; de klachten zullen daardoor wel spoedig een einde nemen.

Dat zegt de American Exporter van Februari jl.

LIBERIA-KOFFIEPLANTJES.

De Kamer van Koophandel te Samarang gaf in der tijd de Indische Regeering in overweging, om het invoeren op Java van Liberia-koffieplantjes uit Ceylon, dat op vrij groote schaal plaats vond, te verbieden met het oog op het gevaar voor verspreiding der bladziekte; zij knoopte daaraan echter het verzoek vast, om van Regeeringswege, door den Hollandschen Consul in Liberia, een partij plantjes met een van Z. M. Oorlogschepen naar Java te doen overbrengen, en die stekken alsdan tegen terugbetaling van het kostende ter beschikking van belanghebbenden te stellen. Daarmede zou tevens de echtheid van de plantjes geconstateerd zijn, die bij aanvoer uit den vreemde altijd een groot punt van twijfel uitmaakt. Proeven met de koffieboonen of de bessen genomen waren niet gelukkig uitgevallen. Ongeveer 3 pikols daarvan waren te Batavia in kleine kavelingen geveild, en hadden het enorme cijfer van ± ƒ 9000.- opgebracht, maar geen enkele boon had wortel geschoten. Deze niet onbelangrijke som was dus vermorst; tal van andere proeven mislukten insgelijks.

Het verzoek der Samarangsche Kamer was derhalve volkomen gemotiveerd.

Toch werd haar doel niet bereikt.

Het verbod tot invoer werd schier onmiddellijk uitgevaardigd, met bedreiging van zware boeten, maar het verzoek dat daarmede als het ware hand aan hand ging, werd eenvoudig door de Regeering ter zijde gelegd!

Op dit oogenblik wordt hier te lande een van Z. M. Oorlogschepen uitgerust, om in Liberia de vlag te vertoonen, en nu heeft de Kamer van Koophandel te Amsterdam met een zeer te waardeeren welwillendheid den Minister in overweging gegeven, van deze en andere gelegenheden die zich mochten voordoen partij te trekken, om jonge plantjes Liberia-koffie naar Java te doen overbrengen.

Blijkt de plant te zijn, wat men er reeds sedert lang van hoort, dan zou de Regeering met die handeling zich zelve en velen belanghebbenden zeer zeker een hoogst belangrijken dienst bewijzen.

DE WARE MOKKA-KOFFIE.

De koffie-consumenten, die aan de tradioneele superioriteit der Mokka-koffie gelooven, zullen eenigszins verbaasd worden door de mededeeling in het nieuwe Koloniale Verslag voor Britsch-Indië, dat er geregeld uit Indië en Ceylon koffie naar Arabie wordt uitgevoerd, in een verpakking welke men zooveel mogelijk gelijk maakt aan die van het Arabische product, en dat een gedeelte daarvan naar Bombay wordt teruggebracht, en dáár als echte Mokka-koffie aan de markt komt! De qualiteit doet dan ook voor die van de ware Mokka-koffie niet onder. Toch beweren de kenners", dat men de lekkerste koffie alleen verkrijgt, door Mokka met Mysore- of Ceylon-koffie te vermengen! Gelukkige verbeelding!

[blocks in formation]

1,302,923;

1,620,712;

461,729:

5,943,038;

840,561 half katoenen en half wollen goederen. 948,652 Metalen.

51,959 Wapenen en ammunitie.

5,321,099 Verschillende artikelen.

4,143,309; 4,428,042 Oostersche producten (suiker, katoen, enz.)

[blocks in formation]

2,260,936;

810.760 Rijst.

2,773,496; 3,332,328 Verschillende artikelen.

22,866,708; 27,669,466.

WAT DE HONGERSNOOD IN MADRAS EN ELDERS

ALZOO KOSTTE.

Wij bedoelen hier vooreerst het bedrag, dat de Regeering uitgaf, om den noodlijdenden in Madras te gemoet te komen. Het was voor het dienstjaar dat 31 Maart 1877 eindigde £ 1.823324, en voor het dienstjaar, dat 31 Maart 1878 afgesloten werd, £ 1.725774. Te zamen dus voor het Presidentschap Madras £ 3.549098, of ruim 42 millioen gulden!

Ten tweede spreken wij van hetgeen de bevolking van Zuid-Indië ten gevolge van den hongersnood te gelde moest maken, om in haar behoeften te voorzien, en wel van de zilveren sieraden, enz. die zij naar de Munt bracht. Een jaar geleden deelde de Heer L. C. Hynes, van de Munt, in de Times of India een opgaaf mede betreffende 1877; onlangs heeft hij in hetzelfde blad gelyksoortige bijzonderheden aangaande 1878 gepubliceerd. De aanbiedingen kwamen in 1876 en '77 bijna uitsluitend uit Zuidelijk Indië, en het bedrag klom naarmate de hongersnood nijpender werd: in November 1876 bij voorbeeld werd voor een waarde van 70000 ropieën aangeboden, in September 1877 voor een waarde van omstreeks negentien lakhs (1 lakh f120 000 Ned.). Na September verminderdeu de aanbiedingen wel, zoodat zij in December 1877 niet meer dan 3 lakh bedroegen; maar een groot bedrag werd nog altijd ontvangen, en dat heeft sedert niet opgehouden. Uit Zuid-Indië werden in 1877 gemiddeld 2 à 3 lakhs aan de Munt gebracht; uit het Noorden - Guzerat, Kutch en Baroda kwamen meer dan 5 lakhs per maand. In het geheel verkochten inlanders gedurende 1878 aan de Munt voor een waarde van

=

8.558 462 aan sieraden; 3.369.819 aan inlandsche munt; samen 11.928.281 ropieën. In 1877:

10.903.124 >

; 37.048 >

[ocr errors]

; > 10.940.172 > Een bedroevende toestand! Maar gelukkig van een anderen kant, dat de inlanders zooveel voorwerpen van waarde te verkoopen hadden! Zou in Nederlandsch-Indië de bevolking zulk een redmiddel op even groote schaal kunnen aanwenden?

SCHOLEN IN AUSTRALIË.

De Minister van Onderwijs in Victoria heeft aan de Wetgevende Vergadering een plan voorgelegd betreffende werken, welke in de eerstvolgende twaalf maanden van het geld, door een nieuwe leening verkregen, gemaakt moeten worden. Het totaal der geraamde uitgaven is 160380 pond sterling; daarvan is niet minder dan 106336 pond Voor aanbouw van nieuwe en uitbreiding van bestaande scholen bebestemd; 20000 pond moet dienen voor nieuwe school behoeften,

Feuilleton.

RECHTS OF LINKS!

DOOR

MELATI VAN JAVA

IX.

>>Wat, ondeugende bengel, hoe durf je met je moeders gouvernante achter onzen rug relatiën aanknoopen? Wat zal Mama er van zeggen? Foei, foei, hoe is 't mogelijk: zoo jong en reeds zoo doortrapt!"

>Och, oom, word toch niet boos!" begon hij half schreiend, »gisteren heb ik mij gedeclareerd. Reeds sedert lang had ik Céline lief, maar ik durfde het haar niet zeggen, maar gister avond was er een onbeschaamde sinjo, die haar erg lastig viel, en toen vroeg ze mij om hulp, en... zoo is 't zonder erg gekomen... van 't eene op 't andere. En zij was er zoo blij mee: zij zou graag Mama haar eigen dochter willen zijn.'

>Ik zeg, dat het infaam is. Zij verdient, dat ze onmiddellijk weggejaagd wordt."

>Oom, dat kunt u niet meenen" en hij zag me fier in de oogen >wil u er met Mama niet over praten, dan zal ik het doen. Maar zij mag het huis niet ruimen, want Mama zal niets tegen mijn geluk hebben. Zij kan niets tegen Céline zeggen.

[ocr errors]

Kom, wijsneus, wat weet jij van de redenen van je moeder; zie eerst op eigen beenen te kunnen staan, dan mag je aan trouwen denken!" >Foei, oom!" hernam hij op den toon van iemand, die diep bedroefd en bitter gekrenkt was, »dat had ik niet van u gedacht. Ik hoopte,

« السابقةمتابعة »